Australian Shepherd
‘Aussie’ is de verkorte naam voor het mooie ras Australian Shepherd.
In eerste instantie is men geneigd te denken dat de herkomst van de Australian Shepherd in Australie ligt. Hoe kan dat ook anders met zo’n rasnaam.
Maar de ontwikkelingsgeschiedenis van het ras ligt echter hoofdzakelijk in Amerika, zodat er van een Amerikaans ras gesproken moet worden. In Amerika werd in 1957 de Australian Shepherd Club of America (ASCA) opgericht, die voorzag in een rasstandaard. In 1991 werd de erkenning van het ras en tevens de vaststelling van de rasstandaard door de American Kennel Club (AKC) gerealiseerd. Sinds 1996 is het ras ook erkend door de FCI. En ook in 1996 werd er in Nederland een rasvereniging voor de Australian Shepherd opgericht, de Australian Shepherd Club Nederland oftewel de ASCN.
Geschiedenis
Zoals vaker het geval is bij rashonden, staat ook bij de Australian Shepherd de precieze herkomst en de gang van zaken niet met zekerheid vast. De oorsprong van het ras wordt verondersteld in het Spaanse Baskenland te liggen. Ze werden daar, met in hun bloed de verre voorvaderen van andere Baskische en Spaanse herdershonden, gebruikt voor het hoeden en drijven van vee. Tegen het einde van de 19de eeuw emigreerden Baskische herders naar Australië om daar werk te vinden. Tegelijkertijd werden vanuit Europa Merinoschapen naar Australië geëxporteerd. Begin 1900 werden deze schapen vanuit Australië geïmporteerd in Amerika en kwamen de “little blue dogs” met hun Baskische herders mee. Deze honden werden in Amerika gekruist met honden vanuit Europa, zodat ze vanaf toen geassocieerd werden met Australië.
De opvatting dat de Australian Shepherd, net als de Australische veedrijvershond, is ontstaan vanuit een kruising met een dingo is dus niet juist! Het ras Australian Shepherd wat we heden ten dagen kennen is ontwikkeld in Amerika. De populariteit van de Aussie steeg gestaag na de tweede wereld oorlog, toen het grote publiek via rodeo’s en paardenshow. Vanwege hun veelzijdigheid en een leergierige karakter werd de Aussie al snel een graag geziene hond op Amerikaanse ranches en farms.
Uiterlijk
De Aussie is een middelmatig grote hond, stevig en gespierd maar niet grof of log. Reuen hebben een schofthoogte van 50-58 centimeter, teven meten 45-53 centimeter. De Australian Shepherd heeft een halflangharige vacht. Een van de opvallendste kenmerken van de Australian Shepherd is de grote variatie in kleuren. Blue merle springt vaak het meest in het oog, maar daarnaast komt de Aussie voor in red merle, zwart en rood, al dan niet met koperkleurige of witte aftekeningen. Oorspronkelijk heeft de Aussie een van nature korte staart (Natural Bob Tail) of gecoupeerde staart. In veel landen is het couperen van de staart niet meer toegestaan en dus zie je steeds meer honden met een prachtige lange staart.
Karakter
Het ras Australian Shepherd is ontstaan in Amerika om op ranches te werken met vee, naast schapen ook rundvee en eenden. Behalve dat Aussies de eigenschappen bezitten om te drijven, heeft de hond ook het vermogen om het vee met een uitval (snap of hap) te stoppen of juist in beweging te laten komen. Om deze specifieke eigenschappen te behouden is er in de fokkerij van dit ras geselecteerd op werkeigenschappen.
Energie
De Australian Shepherd is gebouwd om de hele dag te kunnen bewegen. Ze zijn atletisch, actief en beschikken over een flinke portie werklust en uithoudingsvermogen. Logisch want de hond moest de hele dag mee kunnen met de rancher.
De Australian Shepherd is intuïtief en is gefokt om zelf beslissingen te nemen wanneer de baas daartoe niet in staat is. Ze zijn zeer intelligent, oplettend en gemakkelijk te trainen. Hoewel het razendsnelle leren, associëren en hun intuïtiefiteit ook een groot nadeel kan zijn! Door deze eigenschappen ziet een Aussie alles en reageren zij snel op situaties. Dit kan bij een zelfstandige Aussie ook leiden tot eigenzinnig gedrag waarbij hij zijn baas niet persé nodig heeft. Dit alles maakt een Australian Shepherd dan ook geen hond voor de beginnende hondeneigenaar.
De Australian Shepherd is sterk gericht op het gezin waarin ze leven. Ze kunnen gereserveerd zijn ten opzichte van vreemden en zijn niet vanzelfsprekend vriendelijk tegen mensen buiten hun gezin. Daarnaast zijn ze, vanwege hun gevoeligheid, niet altijd even goed bestand tegen druk en opwinding. Bovendien heeft een Australian Shepherd tijd nodig om volwassen te worden, iets waar terdege rekening mee gehouden dient te worden.
Voor meer informatie over dit geweldige maar enigzins moeilijke en veelzijdige ras verwijs ik je graag naar de rasvereniging: Australian Shepherd Club Nederland
Quarter Horse
De Quarter Horse is een western-paard bij uitstek. Het stamt van de oorspronkelijke cowboypaarden af en ontleent zijn naam aan de race op de kwart mijl (een kwart mijl was in de dorpen ongeveer de afstand van de kerk tot de saloon.)
De Quarter is een paard dat in zeer korte tijd op volle snelheid kan komen en daar werd het indertijd voor gefokt. Het is een paard dat iedere dag werk deed en daarbij rustig en gemakkelijk in omgang moest zijn. Het is een edel en lichtvoetig paard met een fijn hoofdje. Het heeft een tamelijk korte rug en het is opvallend gespierd. Het is zeer wendbaar, bijzonder snel op topsnelheid, werkwillig en betrekkelijk gemakkelijk af te richten.
De maat ligt meestal tussen 1.42 en 1.58. Een Quarterhorse is dus meestal niet zo groot, maar wel heel stevig gebouwd. Een brede borst en zwaar bespierde achterhand dat is typisch een Quarter. Het is momenteel één van de meest gevraagde vrijetijds paarden ter wereld met een aantal geregistreerde paarden van meer dan 3 miljoen.
De Quarter wordt gebruikt bij heel veel verschillende onderdelen van de westernsport. Er zijn hierdoor grote verschillen in de bouw.
Cuttingpaarden (werken met koeien) bijvoorbeeld zijn vaak wat kleiner, meestal tussen de 1.42 en 1.50, dan bijvoorbeeld de halterpaarden. De halterpaarden zijn echte showpaarden die vaak niet worden bereden maar alleen aan de hand worden getoond. Ze zijn soms wel 1.65 en heel erg stevig – een echte bodybuilder onder de paarden.
Siberische Kat
Karakter
De eerste indruk van een Siberische kat en de variant de Neva Masquerade is er een van kracht. Deze kat straalt een rustige kracht uit. Hij is levenslustig en kan erg actief zijn. Ondanks zijn sterke persoonlijkheid en zijn geharde karakter is de Sibeer toch sociaal met soortgenoten, en andere dieren. De Sibeer heeft een zachte stem. Ze zijn graag betrokken bij het dagelijkse leven van hun baasje, ze zijn zeer sociaal ingesteld. Ze helpen je graag met het wasgoed op vouwen, vloeren dweilen en ramen zemen je kunt het zo gek niet opnoemen. Ook ruimen graag je boodschappen op. Ze zitten graag bij je op het randje van je bad en spelen dan lekker met het water. Erg gek op water en dan komt weleens voor dat ze gezellig bij je in bad springen. Het zijn vreselijke lieve sociale katten, die altijd bereid zijn om te spelen en te knuffelen. Als ze in je armen liggen ontspannen ze zich en geven ze zich helemaal aan je. Knuffelen is een favoriete bezigheid van bijna elke Sibeer en daarbij zijn ze bijzonder vindingrijk in het krijgen van hun zin. Niet alleen de mensen bij wie ze leven, maar ook onbekenden worden liefdevol en volhard ‘gevangengenomen’. Zelfs kinderen worden met tederheid overladen, het is het perfecte speelkameraadje. Ze zijn graag in het gezelschap van kinderen. Hun speelsheid en springvermogen zijn opmerkelijk, en het zijn goede klimmers. Maar kijk uit het zijn ook super goede sprinters. Maar natuurlijk houd ook deze kat van luieren. Het zijn super intelligente katten. De poezen moeders zijn toegewijde moeders, die ook de kittens van andere poezen helpen mee opvoeden. De katers vinden het super leuk om met kittens om te gaan en schuwen een stevige poetsbeurt daarbij niet. Als een Sibeer je eenmaal in zijn hartje heeft gesloten heb je een vriendje voor het leven.
Uiterlijk
We kennen bij dit ras twee kleurslagen, en deze twee mogen met elkaar gekruist worden het is een en het zelfde ras. De Neva Masquerade herkend men aan de witte vacht, de Neva Masquerade is een colour point hierbij zijn de points gekleurd, de poten, oren, staart en neus zijn donkerder gekleurd dan het lichaam. De Neva Masquerade wordt wit geboren en na een week zie je de kleur pas van de points. De Siberische kat is een niet colour point, dit is een kleurrijke variant, bij deze wildkleuren mogen alle kleuren voorkomen, zwart, blauw, rood, creme, schildpad, deze kleuren met elke hoeveelheid wit, alle genoemde kleuren met en zonder tabby tekening, met zilver/smoke. Wit is een toegestane maar wel een zeer zeldzame kleur, bijbehorende torties, tabby’s met en zonder wit. Deze twee Siberen kunnen dezelfde kleur hebben point of niet point. De siberische kat heeft de vachtpatroon mackerel, spotted, en blotched. Dit kan niet bij de Neva Masquerade omdat het lijf niet gekleurd is, bij de Neva Masquerade spreken we enkel over een point of tabby patroon.
De Siberische Kat en de variant Neva Masquerade is een vrij grote, goed gespierde halflangharige kat met korte poten en heeft naar verhouding zware botstructuur. Hij heeft een korte wigvormige kop met een brede schedel, afgeronde snuit en stevige wangen, die geaccentueerd worden door brede kaken. De kop is breder dan lang. Brede ronde neusbrug. Het voorhoofd is iets rond. Stevige kin. Hij heeft vrij grote oren met afgeronde toppen, breed aan de basis. De ruimte tussen de oren bedraagt de breedte van een oor. Het binnenoor heeft een sterke beharing en pluimpjes op de toppen van de oren, zijn gewenst. De oren wijzen iets naar voren. Zijn ogen zijn groot, iets schuin geplaatst. Het bovenste ooglid is licht amandelvormig en het onderste ooglid is rond. De Siberische Kat heeft groene of barnsteen ogen, en de variant Neva Masquerade heeft blauwe ogen. Het gewicht van deze katten: poezen kunnen 4 tot 6 kilo en katers kunnen 5 tot 9 kilo zwaar worden. Het lichaam is middelgroot van afmeting, stevig en goed gespierd en vrij lang met een horizontale ruglijn. De nek is kort en stevig. De poten zijn stevig, goed gespierd en vrij kort. Forse ronde voeten met haarplukken tussen de tenen. Lange goed behaarde staart, breed bij de inplant en uitlopend in een fijne punt. Langer weelderige kraag, de kraag begint bij de wangen, en heeft langere haren op de borst en is totaal behaard, iets korter op de schouders en een deel van de romp. De bovenvacht is op de rug stevig, vol en glanzend, op de zijkanten van het lichaam dun, zacht en dicht. En de ondervacht is afhankelijk van het jaargetij. Zijn vacht is halflang tot lang, dicht en waterafstotend. Dat biedt een goede bescherming tegen de strengste vrieskou, daarom is de Sibeer ook erg graag buiten. Zijn verzorging is makkelijk, omdat de vacht niet klit. Normaal volstaat een wekelijkse borstelbeurt. Gedurende de rui die overvloedig is in de lente, zal men hem echter vaker moeten borstelen en kammen. Om een nog mooiere vacht te verkrijgen moet hij ook naar buiten kunnen. Zijn ontwikkeling is pas voltooid na vijf jaar.
Tekst van Bianca van Lith
Bron: Siberische Kat